Woonvormen tussen zelfstandig wonen en verpleeghuis

Het liefst blijven we zelfstandig wonen. De vrijheid die we daarbij voelen, weegt nergens tegenop. Er kan een moment komen dat zelfstandig wonen niet meer lukt. Maar een verpleeghuis is een stap te ver. Woonvormen tussen zelfstandig wonen en verpleeghuis. Welke woonvormen zijn dat?

Woonvormen ouderen

Er zijn ongelooflijk veel manieren voor ouderen om te wonen. Iedereen start op een gegeven moment om zelfstandig te wonen. Een eigen huis, hetzij huur of koop. Met of zonder partner, je regelt alles zelf. Naarmate de leeftijd vordert, krijgen we te maken met lichamelijk klachten en ongemakken. Hierdoor zijn we op een gegeven moment aangewezen op hulp van buitenaf. Dat wil niet zeggen dat we het zelfstandig wonen zomaar opgeven. Maar op een gegeven moment ontkom je er niet aan. Een verpleeghuis is pas de allerlaatste stap. Welke woonvormen zitten hier tussen?

Begeleid zelfstandig wonen

Een van de woonvormen tussen zelfstandig wonen en een verpleeghuis is begeleid zelfstandig wonen. Zo lang mogelijk zelfstandig blijven, dat wil iedereen. Het is eigen en vertrouwd. En logisch, we houden als mens niet van bemoeizucht. Zeker niet als je je leven lang lekker alles zelf hebt kunnen regelen. Dan wil je dat zo lang mogelijk blijven doen. Gelukkig worden er heel veel mooie dingen uitgevonden, als domotica, waardoor zelfstandig wonen zo lang mogelijk tot de mogelijkheden behoort. Ook vele andere initiatieven zorgen er voor. Als boodschappen laten bezorgen, hulp inschakelen voor schoonmaak en persoonlijke verzorging en ondersteuning. Of het gebruik van allerlei hulpmiddelen, als een aangepast toilet, een traplift. De overheid stimuleert dit ook. Zo blijft zelfstandig thuis wonen, begeleid, mogelijk.

Woonzorgservicegebied

Eén andere tussenvormen is, als oudere wonen in een woonzorgservicegebied. In bepaalde wijken wordt een gebied gereserveerd voor diegenen die nog wel zelfstandig kunnen wonen, maar kunnen terugvallen op woonzorgservice. Er is een centraal punt in de wijk, waar je voor alles terecht kunt. Vanuit een wijkservicecentrum wordt zorg en ondersteuning verleent. Hulp is niet alleen voor overdag, ook voor ’s nachts. Alles om er voor te zorgen dat iedereen zo lang mogelijk zelfstandig kan blijven wonen. Je hebt, om een woonzorgsevicegebied te wonen, geen zorgindicatie nodig.

Serviceflat of zorgappartement

Ouderen kiezen ook vaak voor een serviceflat op latere leeftijd. Of voor een zorgappartement. In feite woon je nog steeds op jezelf. Maar in de flat of het appartement is zorg voorhanden. Een serviceflat is meer gericht op service. Waarbij je moet denken aan maaltijden, zorgoproepmogelijkheden. Of huishoudelijke hulp. Een zorgappartement is naast al deze service ook gericht op lichamelijke ondersteuning. Vroeger noemden we een zorgappartement een verzorgingstehuis. Die zijn verdwenen en daarvoor in de plaats zijn er nu zorgappartementen. Je kunt geholpen worden bij het aankleden, het douchen. Bij het naar bed gaan en opstaan. Of bij het verzorgen van een wond, het geven van injecties.

Aanleunwoningen

Het woord aanleunwoning kennen we bijna allemaal wel. De woning leunt tegen een zorgappartement aan. Vroeger een verzorgingstehuis genoemd. Je woont zelfstandig, maar je kunt gebruikmaken van alle hulp die ook gegeven wordt aan diegenen die wonen in een zorgappartement. Wil je voor een aanleunwoning in aanmerking komen, zul je wel ingeschreven moeten staan bij de desbetreffende gemeente.

Levensloopbestendige woningen

Er zijn woningen die zich aanpassen aan de hulp van de bewoner. Ze worden bij een bepaalde noodzaak, aangepast. Zodanig dat de bewoner er kan blijven wonen. Dit noemen we levensloopbestendige woningen.

Kleinschalig wonen

Hieronder kunnen we diverse woonvormen scharen. Denk aan kangeroewonen. Dat is een woonhuis met twee voordeuren. Zo helpen diegenen elkaar in deze woning. Een andere vorm van kleinschalig wonen is groepswonen. Meerdere bewoners in een huis, met elk hun eigen ruimte. Maar ook gezamenlijke ruimtes. Denk hierbij aan een keuken, badkamer. Ook is hulp van buitenaf beschikbaar. Groepswonen wordt ook gebruikt voor hulpbehoevenden. Je kunt het zien als een kleinschalig verpleegtehuis.

Hofjes

Dan is er nog een manier van kleinschalig wonen en dat zijn de hofjes. Deze zijn er al sinds mensenheugenis en floreren nog steeds. Hofjes bestonden al in de 13e eeuw. Iedereen woont zelfstandig en maakt gebruik van een gezamenlijke binnentuin. En doet voor elkaar klusjes. Daarnaast ondernemen de bewoners van een hofje vaak gezamenlijke activiteiten.

Mogelijkheden te over om toch zoveel mogelijk zelfstandig te blijven wonen en niet al in een verpleeghuis terecht te komen. Dat kan voor een groot gedeelte voorkomen worden met alle initiatieven die er zijn. Als het zover komt, kies voor een woonvorm waar jij je het beste bij voelt.